WMC Maastricht: ‘Eigenaren monumenten niet dwingen maar stimuleren en overtuigen’

De Welstands-/Monumentencommissie (WMC) stelt in haar jaarverslag over 2010 een uitbreiding van het gemeentelijk monumentenbeleid voor. Op die manier kan uitholling van Maastricht als monumentenstad tegen gegaan worden. De commissie wijst op de grote economische betekenis van ongeschonden monumenten voor de stad.

Bron: www.maastrichtaktueel.nl



Nieuwe landelijke wetgeving geeft namelijk grotere vrijheden aan eigenaren. Die ontwikkeling kan Maastricht hard raken, aldus de commissie. Daarom moet een praktische ondersteuning van eigenaren van monumenten mogelijke negatieve gevolgen tegengaan van het wegvallen van wetten en regels die voorheen voor gedetailleerde bescherming zorgden. In de plaats van dwingen moeten stimuleren en overtuigen komen.

Het Jaarverslag 2010 van WMC Maastricht staat in het teken van ingrijpende veranderingen op het brede gebied van het bouwen. Nieuwe wetten en regels moeten particulieren die willen bouwen en verbouwen meer vrijheden geven en minder bureaucratische rompslomp, ook als het om monumenten gaat. Aantasting van monumenten kan hiervan het gevolg zijn. Dat is een cultureel verlies, maar evenzeer een economische uitholling, waarschuwt WMC.

Maastricht is aantrekkelijk door de authentieke aanblik en de sfeer, het gevolg van gave panden, straten en pleinen. Veel eigenaren, waaronder ondernemers, gaan gelukkig wel omzichtig met hun bezit om. Maar de praktijk leert dat er helaas ook voorbeelden van het tegendeel zijn. In het vorige jaarverslag sprak WMC van vijftien gevallen van schending van een monument per jaar. Door een praktisch gerichte dienstverlening, bijvoorbeeld met een bouwhistorische verkenning van een pand en door begeleiding van verbouwingen van initiatieffase tot de afwerking, kan een eigenaar ervan overtuigd raken dat een ongeschonden monument eerder een lust is dan een last.

Verantwoordelijk wethouder André Willems (SPM) noemt het rapport een opsteker. “De nieuwe wetgeving vergt proactief beleid, anders komt de bescherming van het erfgoed in gevaar. Dat mag een monumentenstad als Maastricht nooit laten gebeuren. Gelukkig formuleert onze welstand- en monumentencommissie een goed antwoord op de nieuwe ontwikkeling, waarmee we een soort kaalslag kunnen voorkomen. Op deze manier stelt de commissie zich, simpel gezegd, niet alleen op als controleur van bouwtekeningen. Het maakt ook actief werk van haar adviesfunctie, zowel naar eigenaren van monumenten als naar het gemeentebestuur.”

WMC stelt voorts vast dat de bouw van nieuwe woningen in 2010, evenals in 2009, aanzienlijk is afgenomen in vergelijking met de jaren daarvoor. Gezien de cijfers van het aantal door WMC beoordeelde plannen en het gegeven dat woningen niet meer in waarde stijgen komt de commissie tot de uitspraak dat de tijd van de grote plannen voorbij is. Het telkens weer bijbouwen in één ademtocht van nieuwe uitbreidingswijken steden en dorpen, zoals vanaf de Wederopbouw het geval was, is opeens definitief verleden tijd. Voortaan werkt het niet meer zoals het ging.

In de algemene beschouwing in het jaarverslag 2010 van WMC wordt aan deze constatering nog toegevoegd dat “de voorbeeldige nieuwe wijk Ceramique” een monument is van een voorbij tijdperk. WMC voorziet door het mondjesmaat bouwen andere vormen van stedenbouw opkomen. Anders dan nu het geval is zullen particuliere initiatieven bepalend worden. Verleidelijke stedenbouw uitgaande van particuliere ondernemingslust, kan in Maastricht een vervolg geven aan wat in het verleden is gepresteerd.