Wabo gewijzigd m.b.t. planschade archeologie

De wetgever heeft 6 juni jl geruisloos 4.2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangepast (stb-2011-330). De Wabo is zodanig aangepast dat het alleen nog mogelijk is om schade op grond van archeologie te claimen als er een omgevingsvergunning wordt aangevraagd.

Door: Marion Zijlema



Dit is een belangrijke wijziging omdat het opnemen van een dubbelbestemming met aanlegvergunningstelsel voor archeologie nu geen titel meer biedt voor planschade. Planschade is alleen aan de orde als in het belang van de archeologische monumentenzorg een omgevingsvergunning wordt geweigerd, of als daardoor aan deze vergunning voorschriften worden verbonden. Dus niet meer louter en alleen op basis van het opleggen van een dubbelbestemming.


De aanpassing gaat in met terugwerkende kracht tot 1 oktober 2010. Dit betekent dat het risico op planschade bij het vaststellen van bestemmingsplannen op archeologiegebied niet meer bestaat. De aanpassing betreft artikel 4.2. lid 1a en b van de Wabo. Het bevoegd gezag kent degene tot wie een beschikking is gericht krachtens deze artikelen een en die ten gevolge daarvan kosten maakt of schade lijdt die redelijkerwijs niet of niet geheel voor zijn rekening behoren te komen op zijn verzoek of uit eigen beweging een naar billijkheid te bepalen vergoeding toe, voor zover niet op andere wijze in een redelijke vergoeding is of kan worden voorzien. Deze artikelen verwijzen naar art. 2.1 lid a, b, c en h van de Wet ruimtelijke ordening en hoofstuk 6 Financiële bepalingen art. 6.1 lid c van deze wet.