Soms gaat slot van kasteel

Kasteel Eijsden is dit weekeinde voor het publiek geopend. Dat gebeurt slechts eens in de twee jaar, omdat ‘u thuis toch ook niet iedere dag vreemden binnenlaat, ofwel soms?’

Bron: Limburgs Dagblad
Door: Ivo Kok


Publiek welkom voor bezichtiging Kasteel Eijsden uit 1636



Uw pasje alstublieft. Pardon? „Nou, meneer. Iedereen kan wel zeggen dat-ie van de krant is, maar dat wil ik toch echt even checken. Ik ken u namelijk niet en er gebeurt zó veel tegenwoordig.” Aan het woord in de deuropening van het immens grote en machtig mooie Kasteel Eijsden is gravin Béatrice de Liedekerke de Pailhe, zoals ze officieel heet. Al is ze het daar zelf niet zo mee eens. „Dat ‘de Pailhe’ kun je doorstrepen. Is er plotseling door iemand bij verzonnen, omdat de familie van mijn man uit dat Belgische dorp komt.” Graaf Marcel de Liedekerke (de Pailhe), eigenaar van het in 1636 gebouwde kasteel, ligt ziek in bed. Het is daarom dat zijn vrouw het woord voert in hun majestueuze onderkomen aan de Eijsdense Graaf de Geloeslaan, vernoemd naar Marcels overgrootvader die in een grijs verleden burgemeester van Eijsden was. Dat doet ze in de ontvangstruimte die in vroeger tijden als biljartzaal fungeerde.


Even eerder heeft ze met enkele ferme pennenstreken het door de verslaggever meegebrachte printje met informatie over het kasteel gekuist. „Komt dit van internet? Klopt niks van.” Zoals er in het verleden wel meer informatie over kasteel, graaf en gravin niet klopte, althans in de ogen van Béatrice de Liedekerke (72). „Het is jammer voor u, want misschien bent u niet zo. Maar we hebben heel wat slechte ervaringen met journalisten gehad.” Kijk, dat verklaart waarom het gesprek nou niet bepaald soepel verloopt. En dat er vervolgens een poot afbreekt van de antieke stoel waarop de verslaggever zit, komt de sfeer ook niet echt ten goede.


„Ik wil het niet over mij en m’n man hebben”, zegt de gravin stellig. „U bent hier per slot van rekening voor het kasteel, Nee, een rondleiding geef ik nu niet. Hoe groot het precies is? Zo groot als dat u ziet.” Als de fotografe buiten (‘geen foto’s in het kasteel’) haar werk heeft gedaan, komen we toch nog wel iets te weten en krijgen we zelfs nog iets te zien. De prachtige eetkamer in Luikse stijl en legrand salon, bijvoorbeeld. Een kasteel als woning. Een geschenk, zegt de gravin. En veel, heel veel werk. „Ik begin beneden met schoonmaken en als ik dan boven klaar ben, begin ik beneden direct weer opnieuw. Veel mensen denken dat ik de dienares bel als mijn zakdoek op de grond is gevallen. Geloof me, een sprookje.”