Reactie op Spaans fort: zand erover
‘Volksverlakkerij’. Een stevig verwijt, dat verslaggever Peter Janssen van deze krant actiegroep RedOnsFort maakt. Het betrof een opinie, dus dan mag je dat soort zaken ongefundeerd vinden.
Bron: Ingezonden brief Dagblad de Limburger
Door: Jeroen Maas, docent geschiedenis, namens actiegroep RedOnsFort Venlo
Wat is er werkelijk bewaard van het zeventiende eeuwse fort? Er ligt een dik archeologisch rapport van de firma ArcheoDienst. Jammer genoeg door slordigheid of opzet te laat door het gemeentebestuur naar de raad gestuurd. In dat rapport staat helder omschreven wat er tot op heden van fort Sint Michiel teruggevonden is. Drie citaten uit dat rapport: ‘Het fort is ondergronds nog uiterst compleet aanwezig’; ‘De meeste muren zijn nog in de bodem bewaard’; ‘Het muurwerk zelf is in goede staat’. Desondanks schrijft Janssen dat er alleen fundamenten liggen. Iets wat overigens ook door cultuurwethouder Teeuwen werd beweerd in de krant.
Wie het rapport leest, weet beter. En wie het Kazerneterrein bezocht ook: er is onlangs een strak gemetselde metershoge muur blootgelegd. Nee, het fort is niet compleet. Er staan geen Spanjolen meer op de muren. Maar de staat waarin de resten van het fort verkeren, is voor archeologen, de stichting Menno van Coehoorn en tientallen andere deskundigen aanleiding om in jubelstemming te geraken. De verwarring van Janssen is begrijpelijk: hij mist de essentie van vestingwerken, namelijk dat ze juist deels verzonken werden aangelegd.
Meters onder maaiveld. Dat verzonken deel is er nog. Het fort zou met betrekkelijk weinig moeite en kosten gerenoveerd kunnen worden. Dán heb je een compleet fort. Dat is waar wij voor pleiten, en het is jammer dat Janssen onze doelstellingen verdraait.
Dat doet hij ook als hij praat over toerisme. De vergelijking met De Efteling komt niet van ons. Wie wel eens in de vestingstadjes Naarden of Bourtange komt, wie de Archäologische Zone in Keulen wel eens bezoekt, wie wel eens gaat winkelen in Maastricht, of wie de onlangs gerestaureerde vestingwallen van Stevensweert kent, weet dat mensen geïnteresseerd zijn in geschiedenis.
Een gerestaureerd fort zou ongetwijfeld een exploitabele publiekstrekker kunnen zijn. En hoe meer er van het fort bewaard wordt, hoe indrukwekkender en dus aantrekkelijker de educatieve attractie. Het kan Venlo een identiteit geven. Iets identiteit geven. Iets onderscheidends. Het maakt Venlo antrekkelijker als winkelstad – ook als niet alle dagjesmensen een toegangskaartje kopen voor het fort. En dat zo’n fort onderhouden moet worden: nogal wiedes. Dat kost geen miljoenen euro’s per jaar. Maar wellicht moet er geld bij. So what? Janssen suggereert dat zo’n fort winstgevend moet zijn als je het openstelt. Maar dan kunnen we alle musea in de wereld morgen sluiten.
Actiegroep RedOnsFort wil de geschiedenis zichtbaar maken. Een informatiebord hier en een hoopje stenen daar is in dit geval te weinig. Gelukkig lijkt de gemeenteraad inmiddels ook te vinden dat (een deel van) het fort blootgelegd en opengesteld kan worden. Het zou nog mooier zijn als de plannen voor het Kazernekwartier gebaseerd worden op dat, volgens archeologen, voor Europa unieke fort. ‘Zand erover’ is in het Venlose verleden te vaak geroepen. Laten we de kans grijpen om nu eens iets te bewaren.