Provincie Limburg versterkt aandacht voor herbestemming erfgoed en cultuurhistorie in ruimtelijk beleid
Op 6 mei 2014 hebben Gedeputeerde Staten van Limburg het ontwerp-POL vastgesteld en aangeboden aan Provinciale Staten. Van 16 mei tot en met 27 juni 2014 was er de mogelijkheid om zienswijzen hierop in te dienen. Deze zienswijzen en de reactie hierop zijn verwerkt in een Nota van Zienswijzen. In deze Nota van Zienswijzen zijn alle ingekomen zienswijzen beantwoord en daar waar deze daartoe aanleiding geven, doorvertaald naar wijzigingsvoorstellen.
Door: Marion Zijlema en Theo Oberndorff
Ladder van duurzame verstedelijking
Een gedeelte van de nota van zienswijzen gaat over duurzame verstedelijking en met name de ladder van duurzame verstedelijking. Gedeputeerde Staten heeft de ladder opgenomen in het POL2014. Hierbij wordt uitgegaan van het principe van prioritair hergebruik van leegstaande panden met een bijbehorende onderzoeksverplichting. Uit de inspraakreacties blijkt echter dat er veel bezwaren zijn tegen de verzwaring van onderzoek naar geschikte locaties voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen. Op grond hiervan heeft Gedeputeerde Staten de regeling heroverwogen en geconcludeerd dat de onderzoeksplicht voor alle leegstaande gebouwen inderdaad een onevenredige belasting vormt gelet op het te dienen belang. Daarom wordt de regeling gewijzigd van herbenutting van leegstaande gebouwen in herbenutting van leegstaande monumentale en beeldbepalende gebouwen. Herbenutting van deze bijzondere gebouwen kan bijdragen aan de instandhouding van deze gebouwen zelf, maar ook aan het behoud of verbeteren van het woon- en leefklimaat in het betreffende gebied.
Cultuurhistorie in goudgroen en zilvergroene natuurzone
Wat betreft de cultuurhistorie zijn er zienswijzen ingediend met betrekking tot het ontbreken van beleidsuitgangspunten inzake cultuurhistorische objecten als watermolens. In en om beken kunnen namelijk conflicten met vismigratie optreden. Hierop sluit de zienswijze aan die stelt dat aandacht voor landschappelijke resp. cultuurhistorische waarden in de goud- en zilvergroene zones ontbreekt. Gedeputeerde Staten erkennen dat het in stand houden en ontwikkelen van natuurwaarden in de goudgroene en zilvergroene natuurzone soms in strijd kan zijn met de cultuurhistorische waarden (zoals rond watermolens) en onderschrijven dat natuurbelangen en cultuurhistorische belangen hier in samenhang gewogen moeten worden.
Via het POL2014 en de omgevingsverordening zijn de cultuurhistorische belangen van het gehele Nationaal landschap Zuid-Limburg (naast de bronsgroene landschapszone) in principe geborgd. Daarbuiten en daarmee generiek voor de hele goudgroene en zilvergroene natuurzone zijn GS van mening dat het cultuurhistorisch belang binnen deze zones meer aandacht behoeft. Zij zullen het cultuurhistorisch belang daarom een duidelijker plek geven in de goudgroene (POL2014 en omgevingsverordening) en zilvergroene natuurzone (POL2014).