Preferente positie universiteiten bij bepaalde opgravingen
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Om overheden, adviseurs en archeologische (opgravings-)bedrijven een inzicht te geven in de onderzoeksprogramma’s van de Universiteiten heeft de Rijksdienst in samenwerking met ARCHON op 26 januari 2011 een middag georganiseerd in het kader van de Nationale Onderzoeksagenda Archeologie (NOaA). Tijdens deze middag presenteerden de universitaire archeologische instituten met een opgravingsvergunning hun onderzoeksprogramma’s.
Artikel 49 van de Monumentenwet 1988 geeft de bevoegdheid aan de Minister van OCW om universitaire instellingen voorrang te verlenen tot het doen van een opgraving. Het gaat hierbij om situaties waarin een opgraving van uitzonderlijk belang is voor het specifieke onderzoeksprogramma van die instelling. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft nu beleid geformuleerd voor het toepassen van deze voorrangsregeling.
Een samenvatting van de middag en de vier presentaties van de instituten zijn nu beschikbaar.
De Nota ‘Uitvoeringsbeleid preferente positie’ van de Rijksdienst is te vinden op http://www.cultureelerfgoed.nl/node/1645