Opgraving Merovingisch grafveld Borgharen
Op een zonnige dag in oktober 2008 ging de schop in de grond om een deel van het te beschermen Merovingische grafveld in het Limburgse Borgharen op te graven. Dit klinkt als een contradictie, maar is in feite het resultaat van een combinatie van een tegenstribbelend monument en diverse partijen die hun verantwoordelijkheid nemen.
Bron: Vitruvius
Het vroegmiddeleeuwse grafveld was in 1995 bij proefsleuvenonderzoek in het kader van de Maaswerken, binnen de resten van een Romeinse villa aangetroffen. Vanwege de waarde van deze waarschijnlijk samenhangende fenomenen paste Rijkswaterstaat de plannen aan, zodat grafveld en villa in situ behouden konden blijven en droeg de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten de vindplaats voor als rijksmonument. Bij het onderzoek werd echter ook geconstateerd dat de conditie van de skeletten achteruitgaat en behoud geen optie is.
Oplossing voor dit probleem is behouden wat kan, en veiligstellen wat niet in situ bewaard kan worden. Concreet betekent dit dat in enkele jaren het kwetsbare grafveld met de grootste zorgvuldigheid wordt opgegraven, bestudeerd en gepubliceerd en dat de rest van het rijksmonument intact wordt gelaten.
Omdat er geen ‘veroorzaker’ is die de kosten draagt, nemen de gemeente Maastricht, de Universiteit van Amsterdam en de Rijksdienst gezamenlijk de verantwoordelijkheid dit belangrijke erfgoed veilig te stellen. De gemeente zorgt voor de publiciteit en de conservering van de voorwerpen, de universiteit levert inhoudelijke expertise en doet het skeletonderzoek en de Rijksdienst doet de rest.
Naast het veiligstellen van het grafveld wordt de opgraving gebruikt om allerlei methode en technieken te testen. Zo is er geëxperimenteerd met een klein röntgenapparaat – een hand-held XRF-, digitale scanning van vondsten en fotogrammetrie. Zo gaan opgraving e proeftuin samen.
Bij de eerste campagne is onder andere een graf van een jonge vrouw aangetroffen dat voorzien was van sieraden met meer dan 12 kralen, een kaurischelp en een houten kistje met beslag, maar ook een sleutel, een bronzen schaal en enkele bijgezette dieren. Komend zomer ligt de focus bij het veldwerk op het vaststellen van de omvang van het grafveld en op mogelijke differentiatie in de mate van conservering van het bot.
Zie ook:
Twee nieuwe archeologische monumenten beschermd in Maastricht en Leudal