Onwetendheid gevaar voor begraafplaatsen

Inventarisatie Limburgse begraafplaatsen begint op het Oude Kerkhof in Roermond

Door: Paul van der Steen
Bron: Dagblad de Limburger

De start van de inventarisatie van begraafplaatsen in de hele provincie moet het doen zonder Geert van der Varst. De directeur van de Monumentenwacht Limburg laat zich excuseren: familie-omstandigheden, een uitvaart.

De dood is van alle tijden. Begraafplaatsen zijn als versteende geschiedenisboeken. Ze weerspiegelen de religieuze beleving, de culturele smaak en de welstand of armoede in verschillende tijdperken. In dit Jaar van het Religieus Erfgoed worden ze op initiatief van de provincie in kaart gebracht. Iets soortgelijks gebeurde eerder met kruisen en kapellen, en met archeologische vindplaatsen in Limburg.
Broodnodig, vindt Peter Nouwen, begraafplaatsenspecialist bij de Monumentenwacht, de nieuwe inventarisatie. Want weer en wind en de tand des tijds mogen bedreigingen zijn voor de rustplekken van de Limburgse doden, ontwetendheid is minstens zo’n groot gevaar. Zelfs antwoorden op de meest simpele vragen ontbreken nu nog. Hoeveel begraafplaatsen heeft Limburg überhaupt? Zijn het er tweehonderd, vierhonderd of misschien wel zevenhonderd? Zo gauw dat duidelijk is kan per plek worden vastgelegd wat voor een soort objecten er aanwezig zijn, wat de waardevolste monumenten zijn en waar een opknapbeurt gewenst is. Wie niet weet wat er zoal is, richt al gauw onherstelbare schade aan. Mét kennis wordt hopelijk alleen nog maar ingegrepen met verstand.

Het Oude Kerkhof van Roermond, bij Kapel in ‘tZand, is een passende locatie voor de start van het onderzoek. Het is de oudste gemeentelijke begraafplaats van Nederland. Het eerste lijk werd er ter aarde besteld in 1785. Maar de geschiedenis gaat nog veel verder terug. Op dat moment werden op dezelfde plek al zo’n vijfhonderd jaar de mensen begraven die men niet binnen de stadsmuren wilde hebben: joden en de terdoodveroordeelden van het nabijgelegen Galgeveld. Het wemelt op het Oude Kerkhof van de graven met verhalen.
Bij de Kapel in ’t Zand rusten op één na alle bisschoppen sinds Johannes Paredis (1795-1886), ligt de Roermondse bouwmeester Pierre Cuypers, is een zeldzaam en omstreden Germaans graf van een zelfmoordenaar van NSB-huize te zien en reiken twee echtelieden van rooms-katholieke en protestantse komaf elkaar over de scheidingsmuur de versteende hand. Pas opgeknapt is de laatste rustplaats van de uit Roermond afkomstige militair Raymann, die een groot deel van zijn leven diende in Suriname. Op zijn sterfbed huwde hij met de grootmoeder van de caberetier en tv-presentator, die nu zijn achternaam draagt.

Gedeputeerde Noël Lebens (CDA, Monumenten) geeft het startsein voor het onderzoek door met een speciaal apparaatje de coördinaten van het grafmonument van Cuypers vast te stellen. Want ook dat soort details worden nu vastgelegd.
De bestuurder grijpt de gelegenheid aan om duidelijk te maken hoe hij gevolg gaat geven aan een onlangs door zijn partij ingediende en vrij breed gesteunde motie van Provinciale Staten voor extra steun voor religieus erfgoed. Eén miljoen euro trekt de provincie uit: tweehonderdvijftigduizend euro voor het restaureren van de nog te inventariseren grafmonumenten en al eerder in kaart gebrachte kruisen en kapellen, hetzelfde bedrag voor het opknappen van interieurs en het verbeteren van de toegankelijkheid van religieuze monumenten en vijfhonderdduizend euro voor de instandhouding van kerken, kloosters en andere religieuze gebouwen.