Na Made in Venlo volgt Karel Appel
De nalatenschap van Karel Appel in een nieuw te formeren museum in Venlo. Het lijkt te mooi om waar te zijn voor een stad die twintig jaar lang weigerde te investeren in cultuur. Maar de ambitieuze cultuurwethouder Peter Freij gaat stap voor stap te werk. Eerst de cultuurtempel Made in Venlo veiligstellen, dan het gesprek aangaan over de nalatenschap van Appel.
Bron: Zuiderlucht
Door: Wido Smeets
De plaatselijke theaterdirecteur Marcel ’t Sas had het kort geleden nog laten optekenen in een weekblad: Venlo realiseert zich te weinig welke culturele troeven het in handen heeft. De stad moet weer durven dromen, én het lef hebben om die dromen om te zetten in realiteit.
Dat er van alles gist en borrelt in cultureel Venlo was de laatste jaren wel duidelijk. Maar zoals bekend staan tussen droom en daad praktische bezwaren en (vooral) dreigende tekorten in de weg. Toch slaagde cultuurwethouder Peter Freij (GroenLinks) er eind mei in zijn ambitieuze plan Made in Venlo door de raad te loodsen. Uiterlijk 2013, als het kan enkele jaren eerder, opent de stad een meer dan ambitieuze cultuurtempel onder die naam. Kosten ruim 22 miljoen euro.
Het ontstaan van culturele initiatieven als Cultiplex, het Cultureel Manifest, kunstenaarswijk Q4 en overlegplatform VOC gedurende de laatste jaren doet vermoeden dat de culturele nood hoog is in Venlo. De laatste serieuze investeringen in de cultuur die Venlo zich permitteerde stammen uit de jaren tachtig van de vorige eeuw: theater De Maaspoort en jongerencentrum Perron 55. Daarna ging de aandacht van de stad vooral naar economie, woningbouw en drugscriminaliteit. Nu op die terreinen de nodige vooruitgang is geboekt, komt er weer aandacht – en geld – voor cultuur.
Maar de tijd dringt. Venlo prijkt op de veertigste en laatste plaats op de ranglijst van aantrekkelijkste steden om te wonen. Freij realiseert zich dat cultuur een gekend middel is om het imago van een stad op te krikken en dat adequate culturele voorzieningen het woon- en leefklimaat verbeteren. Anderhalf jaar investeerde hij naar eigen zeggen in een Seelenmassage ten stadhuize om de geesten daar rijp te krijgen voor Made in Venlo, een cultuurtempel die onderdak gaat bieden aan poppodium Perron 55, theater De Garage, filmhuis De Nieuwe Scène en wellicht ook de muziek-, dans- en theaterpoot van Muziekschool/Kunstencentrum. Niet dat de politiek op de banken ging staan van enthousiasme. De voltallige oppositie was tegen; het CDA sprak van een “egoproject van de wethouder” die vooral bezig zou zijn met een standbeeld voor zichzelf. Zelfs coalitiepartner VVD had het over een “megalomaan plan” en trok die kwalificatie pas in na een toezegging over lastenverlichting.
De politieke uitruil heeft de reserves bij het plan niet doen verdwijnen. De in Made in Venlo (het gebouw gaat 7500 m2 vloeroppervlak meten) bij elkaar te brengen cultuurinstellingen trekken op dit moment iets meer dan 20.000 bezoekers per jaar. Ingefluisterd door onderzoeksbureau La Groupe verwacht Freij dat die toeloop in het concept van Made in Venlo uitgroeit naar 90.000. Voorwaar niet niks, zo’n verviervoudiging. Freij: “Ik vond die 90.000 zelf ook nogal ambitieus, maar La Groupe is een gespecialiseerd bureau met veel ervaring. De prognose geeft wel aan hoeveel we willen investeren in kwaliteit en uitstraling van deze stad.”
Als locatie voor Made in Venlo circuleren drie mogelijkheden: nieuwbouw bij de uitbreiding van De Maaspoort, nieuwbouw aan het Nolensplein, of renovatie van het industrieel complex Nedinsco. In het zicht van de finish is Freij huiverig om een persoonlijke voorkeur te laten doorklinken. “Meeliften met de uitbreiding van De Maaspoort betekent dat de bouw al in 2010 gereed kan zijn. Het Nolensplein heeft als voordeel dat het vlakbij cultuurwijk Q4 ligt, maar nieuwbouw past eigenlijk niet zo goed bij deze podia. Dan denk je toch eerder aan een gebouw met een oudere sfeer.” Waarmee hij toch een glimp van zijn eigen voorkeur blootgeeft: het opgeknapte Nedinsco-complex. Maar ook aan die plek kleeft een nadeel. “Nedinsco ligt buiten het centrum, aan de andere kant van het spoor. Of, zoals we dat in Venlo zeggen: ‘Boète de paort.”
Nog deze zomer verwacht Freij een uitkomst van de locatie-onderzoeken. Parallel daaraan loopt nog een onderzoek naar de toekomst van Museum Van Bommel Van Dam, in combinatie met een Tajiri-museum. Het plan is gebaseerd op het werk van de in Baarlo wonende Japans/Amerikaanse kunstenaar Shinkichi Tajiri. Ook voor dit project was Nedinsco enige tijd kandidaat, maar die optie wordt nu als verleden tijd beschouwd. Voor het museumplan gaat Freij zelf uit van nieuwbouw in het Julianapark, vlakbij het huidige Van Bommel Van Dam. Bovenop een nog te bouwen ondergrondse parkeergarage die deels voor de financiering moet zorgen. Ook hier is tempo geboden. Freij: “Mijn collega-wethouder van verkeer wil dat de garage over drie jaar open gaat.” Het gecombineerde VBVD/Tajirimuseum zou dan wel moeten gaan samenwerken met de buren van het provinciale Limburgs Museum, de eerste gesprekken daarover zijn gaande.
Daarmee is de ruif nog niet leeg. Dezer dagen voert Freij oriënterende gesprekken met Shinkichi Tajiri en Rudi Fuchs, voorzitter van de Karel Appel Foundation. Tajiri en Appel waren bevriend; het gesprek gaat over het idee om de nalatenschap van beide kunstenaars in één museum onder te brengen. Bijvoorbeeld in Venlo. Wellicht staan er praktische bezwaren (en tekorten) in de weg, maar de droom ís er. En die gaat nu eenmaal altijd vooraf aan de daad.