Museum slachtoffer van wisseltruc uit Bronstijd

VENLO – Wat is het verschil tussen een aankoop via Marktplaats.nl , en een aankoop van archeologisch materiaal voor een museum? Niet veel, zo blijkt als je het relaas aanhoort van conservator Leo Verhart van het Limburgs Museum in Venlo. Voor je het weet, sta je met een doos vol rommel langs de snelweg. Alle superlatieven werden uit de kast gehaald toen het Limburgs Museum in december de ‘mooiste archeologische aankoop ooit’ presenteerde. Een collectie bronzen voorwerpen die ‘álle geschiedenisboeken’ zou halen. Maar helaas. Het materiaal is nep.

Bron: Dagblad de Limburger/Nederlands Dagblad
Door: Paul Bots


Het museum maakte gisteren bekend dat het om de tuin is geleid bij de aankoop van wat werd gezien als een van de belangrijkste vondsten uit de late Bronstijd (1100-800 voor Christus). Vorig jaar betaalde Verharts voorganger Wim Hupperetz enkele duizenden euro’s voor in totaal twintig kilo aan bronzen materiaal. Stukken bijl, zwaardfragmenten, lanspunten en een heleboel gesmolten brons. Meer dan tachtig stukken in totaal. Allemaal gevonden op één plek bij Stramproy. En dat is uniek. Want het betekent dat er vrijwel zeker een bronssmid heeft gezeten op de vindplaats. Extra bijzonder: het spul is allemaal kapot. Dat kan er op wijzen dat het in Stramproy werd omgesmolten. Kortom: interessant studiemateriaal.

Maar helaas. Als er al een bronssmederij is geweest, dan heeft die niet in Stramproy maar in Engeland gestaan. En de twintig kilo brons die nu in het Limburgs Museum ligt, is nooit allemaal afkomstig van die ene plek, zo is inmiddels ook wel duidelijk. En daarmee is de aankoop van het museum een stuk minder bijzonder dan gedacht.

Hoe kon het museum daar nou in tuinen? Via een ouderwetse verkooptruc. Je verzint er gewoon een mooi verhaal bij, en vraagt niet te veel geld voor je spullen. Er hapt vanzelf wel iemand toe.

Doosje
Allereerst het verhaal. De bronzen spullen zijn gevonden op de zolder van een onlangs overleden grondwerker. Een nabestaande klopt bij een amateurarcheoloog in de buurt aan, en laat die het doosje met bronzen spullen zien. Hij wil het verkopen, maar wil anoniem blijven. Omdat hij in echtscheiding ligt, en de spullen eigenlijk van zijn vrouw zijn. En oh ja. Het geld mag niet worden overgemaakt, want dan vreest de verkoper een confrontatie met de belastingdienst.

Als de tussenpersoon het doosje mee naar huis neemt en aan Hupperetz toont, raakt die meteen enthousiast. ,,Mijn hart sloeg over”, vertelt de inmiddels oud-conservator als hij de aankoop aan de toegestroomde pers presenteert.

Over de prijs zijn verkoper en museum het snel eens. Een paar duizend euro telt het Limburgs Museum graag neer voor zo’n topstuk. Een koopje. Zo goedkoop zelfs, dat het museum uitgebreid onderzoek naar de spullen overbodig vindt. ,,We konden er geen buil aan vallen”, stelt Verhart. Het geld wordt overgemaakt naar de tussenpersoon. Die geeft het op een parkeerplaats bij Eindhoven aan de verkoper.

De koude douche volgt in februari van dit jaar. Dan blijkt pas dat het verhaal erg lijkt op dat van mensen die beweren dat ze via Marktplaats zijn opgelicht. Die een videorecorder kochten, maar een doos met stenen kregen.

Verhart presenteert de vondst op een congres in België. ,,Iedereen was diep onder de indruk. Op één collega na”, vertelt Verhart. Die kritische collega herkent het materiaal als geen ander. Hij is er in 1995 ook mee bezig geweest. Toen werd het gepresenteerd als een Belgische vondst. De Belg werd achterdochtig omdat er erg veel bijlen van een Engels type tussen de vondsten zat. Die bijlen worden in deze regio wel eens gevonden, maar nooit veel tegelijk.

Schroot
De verkoop ketst af. De Belgische deskundige stopt zijn dossier in de kast en de verkoper zit met een onverkoopbaar geworden voorraad koperen vondsten in zijn maag. Hij besluit de gave stukken los te verkopen, en houdt een hoop schroot en brokken gietafval over.

Dertien jaar later wordt de ‘rommel’ samen met nog wat losse vondsten uit de regio in een doosje gestopt en voorzien van een mooi verhaal. Het werkt. De verkoper vangt zijn geld, en verdwijnt in de anonimiteit. Onvindbaar. Want ook de tussenpersoon, die volgens het museum te goeder trouw was, heeft zelfs geen telefoonnummer van de verkoper. Verhart: ,,Die belde altijd vanaf een onherkenbaar nummer. De tussenpersoon is ook nooit bij hem thuis geweest.”

Natuurlijk. Achteraf gezien had het museum achterdochtig moeten worden, erkent de conservator. Voelt Verhart zich nu niet enorm bij de neus genomen? ,,Nee, als museum zit je altijd met de vraag of het aangeboden spul betrouwbaar is.”


Zie ook:
Museum verwerft smidse uit 1000 voor Christus
Belangrijke vondst lag jaren op zolder
‘Hart sloeg over toen het laken er af ging’
Bronstijdvondst uit 2007: de nieuwste ontwikkelingen
Museum misleid bij ‘unieke’ vondst