Monumenteneigenaren slachtoffer nieuwe Geefwet

De nieuwe Geefwet richt zich volgens het kabinet op publiek-private samenwerking en fiscale maatregelen, met name op cultureel gebied. Eigenaren van rijksmonumenten worden echter het slachtoffer van de maatregel. Dit is niet alleen slecht voor onze monumenten, maar lost het probleem dat wij Nederlanders extra moeten geven aan cultuur niet op.

Bron: www.heemschut.nl / Theo Oberndorff



Eigenaren van rijksmonumenten kunnen bepaalde lasten en kosten voor herstel die zij maken aftrekken van de belasting. Dit is een compensatie voor de extra uitgaven die zij doen voor de instandhouding van ons collectieve (en dus rijksbeschermde) erfgoed. De maatregel is een stimulans voor eigenaren tot het regelmatig plegen van onderhoud en komt in de plaats van vroegere subsidieregelingen, die al lang niet meer gelden voor particuliere (woonhuiseigenaren).

In hun brief stellen staatssecretaris Zijlstra, Weekers en Teeven dat er geen reden zou zijn dit voordeel in stand te houden. Erfgoedvereniging Heemschut is het hier niet mee eens. Met de maatregelen denken de staatssecretarissen een bedrag op te halen van 25 miljoen euro. Dit bedrag zou moeten worden uitgegeven aan cultuur. Erfgoedvereniging Heemschut vraagt de Tweede Kamer de huidige regelingen in stand te laten waardoor ons gebouwde erfgoed kwalitatief op peil kan blijven en eigenaren hun prikkel tot herstel en behoud behouden. Als de Geefwet op deze wijze doorgaat is er straks een veelvoud nodig voor extra bijdragen aan onderhoud van monumenten en snijdt het kabinet zichzelf dubbel in de vingers.

Lees hier het gehele voorstel over de Geefwet. In de paragraaf Cultuur wordt ingegaan op de financiering door korting aan monumenteneigenaren. De belangrijkste passage voor monumenten:


“Een andere fiscale faciliteit op het gebied van cultuur is de aftrek van onderhoudskosten voor rijksmonumenten. Eigenaren van monumentenpanden kunnen vaste eigenaarslasten, zoals het eigenaarsdeel van de onroerendzaakbelasting, opstalverzekeringspremie, waterschapsbelasting en een bedrag voor afschrijving aftrekken. Deze lasten zijn echter voor eigenaars van rijksmonumenten niet anders dan voor overige eigenaars, er is geen reden om dit voordeel in stand te houden. Daarnaast is de aftrek voor kosten voor onderhoud aan een rijksmonumentenpand niet gemaximeerd. Hier kan een bovengrens
worden ingevoerd. Genoemde maatregelen leveren een bedrag van € 25 miljoen op, dat zal worden ingezet voor cultureel ondernemerschap.”