Klein denken is de toekomst

Voerendaal. Ooit een van de belangrijkste centra in Zuid-Limburg, nu een gemeente die in de schaduw van Heerlen verkeert. Na jaren van stilstand, knokt Furenthela weer. Het onlangs onthulde informatiebord bij de Villa Rustica is een eerste stap in de goede richting.


Bron: Limburgs Dagblad
Door: Stefan Gillissen


“We zijn het laagste van het laagste. Het schuim van de aarde. Aan onze overheerser hebben de meeste mensen een hekel. Ik niet. Ik vind het rukkers. Watje aan het denken zet. We worden overheerst door rukkers.” Historische woorden van Renton (Ewan McGregor) in de film Trainspotting. De Schot legt daarin uit waarom het verschrikkelijk is Schots te zijn. Eeuwen onderdrukking liggen ten grondslag aan zijn houding.


Als Limburger kun je jezelf daar best mee identificeren. Romeinen, Fransen, Spanjaarden, Duitsers en Noormannen hebben hier huisgehouden. Maar fatalistische gedachten houdt de Limburger er doorgaans niet op na. Per slot van rekening hebben al die invloeden ons thuisland gevormd. Zo ligt onder een akker in Voerendaal iets om trots op te zijn. Iets dat zelfs voor Europese begrippen uitzonderlijk is: de Villa Rustica. Het was een Romeinse herenboerderij – een van de grootste in Europa – die het centrum vormde van een uitgestrekt landbouwgebied. Gelegen aan de Via Belgica, een verbindingsweg tussen Boulogne en Keulen.


Furunthela was dus een belangrijk centrum in Limburg. Het heeft er met de Villa Rustica, kastelen, kalkovens, molens, pittoreske gehuchten, monumentale hoeves en kerken nogal wat bijzonderheden aan overgehouden. Bijvoorbeeld de in de elfde eeuw gebouwde Laurentiuskerk, de enige in Nederland die door een paus is gewijd. Voerendaal heeft dus heel wat in huis. Het is ook nog ideaal gelegen, op een steenworp van accommodaties in steden als Maastricht en Heerlen. Alles is voor handen, maar toch blijft de toerist weg. Hoe kan dat? Belangrijker: wat is eraan te doen?


Het landschap geniet volgens onderzoek weinig bekendheid en de cultuurhistorie staat te weinig in de schijnwerpers. Tel daarbij op dat de kernen in de ogen van de toerist niet aantrekkelijk zijn en de kwaliteit van de verblijfsaccommodaties te wensen over laat. Slotsom: er ligt een hoop werk.


Voerendaal heeft al het nodige in gang gezet. Zo kwam er het Recreatief Ondernemers Platform Voerendaal (ROPV). Dat zorgt ervoor dat ondernemers gezamenlijk proberen klanten te lokken. Verder heeft de gemeente een toeristisch manager in dienst. Die heeft meteen werk gemaakt van de ontwikkeling van Bed & Breakfast, dé nieuwe vorm van verblijfstoerisme. Zestien wandelroutes zijn inmiddels opgewaardeerd en elke Voerendaalse kern krijgt verder een themaroute. De Achteromkijkroute, Blindelings Gemeten en Wandelroute de Roode Draed zijn inmiddels klaar. Golf & Country Club Hoenshuis Voerendaal – een besloten club – heeft de deuren geopend voor publiek en ook agrariërs gooien het roer om. Gewoon boeren brengt nog nauwelijks brood op de plank. Vandaar dat je ineens veel winkeltjes met streekproducten ziet verrijzen of boerderijcampings.


Wat? Niet spannend? Dat wil Voerendaal ook niet. Geen grote attracties voor de massa. Om de eenvoudige reden dat zoiets niet past bij de gemeente. Voerendaal zoekt het in het kleinschalige, in de weekendtoerist. Wat mooi is voor bewoners die toch erg gesteld zijn op de rust.


Laatste loot aan de stam van het Voerendaals toerisme is het informatiepunt bij de Villa Rustica. Eindelijk is voor bezoekers (enigszins) zichtbaar en tastbaar in wat voor uitzonderlijk gebied ze zich bevinden. Het is nog maar het prille begin van de exploitatie van Voerendaals belangrijkste trekpleister. Natuurlijk, iedereen droomt ervan de villa zichtbaar en toegankelijk te maken. Zoals meerdere gemeenten met een dergelijk erfgoed die droom hebben.


Het Duitse Blankenheim bijvoorbeeld. Dat organiseerde een tweedaags symposium – waar ook Voerendaal aan deelnam – waarin de mogelijkheden voor exploitatie van Romeinse overblijfselen werden doorgenomen. Goed voorbeeld zijn het archeologisch landschapspark in Xanten en de villa van Borg. Die wisten een mooie balans te vinden tussen archeologisch onderzoek en presentatie van de Romeinse vondsten. Probleem is dat iets dergelijks vrijwel onbetaalbaar lijkt. Zeker in de wetenschap dat het een kleinschalige attractie moet blijven.


Het symposium zorgde in ieder geval voor meer duidelijkheid. Zo moeten archeologen in Blankenheim vóór een eventuele blootlegging onderzoeken in welke staat de Romeinse funderingen van de villa verkeren. Verder zullen overheden, archeologische experts en toerisme-experts analyseren hoe het cultureel erfgoed het beste ‘bewaard’ kan worden en ter beschikking kan komen van het publiek.


Er ligt voor de Voerendaalse gemeenteraad een uitdaging om het verleden beleefbaar te maken ten faveure van eigen inwoners en bezoekers. De raad heeft in ieder geval het college de ruimte gegeven mogelijkheden te onderzoeken. Het enige dat nu boven de grond ligt is een stukje Via Belgica in de Lindelaufer Gewande. Misschien dat ergens in de verre toekomst ook zichtbaar is hoe de mensen ten tijde van de Villa Rustica leefden. Het wordt een terugblik in – en misschien wel de start van – een glorierijke tijd voor Furenthela.