Kamer aanvaardt Wet Kwaliteitsborging
Vervang overheidscontrole door toezicht door bedrijven. Zorg voor kwaliteitsborging bij die bedrijven. Verhoog de aansprakelijkheid van bedrijven.
Dat is de kern van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) zoals die door de Tweede Kamer op 21 februari 2017 is aanvaard. Als ook de Eerste Kamer de wet aanvaardt, treedt die op 1 januari of 1 juli 2018 in werking.
Verleggen verantwoordelijkheden
Achtergrond van de wet is de gedachte dat het overheidstoezicht niet in staat is om de vele ontwikkelingen in de bouw bij te houden. Gesteld voor de keuze tussen investeren in het overheidstoezicht of het verleggen van verantwoordelijkheden naar de markt, heeft het kabinet (en nu dus ook de Tweede Kamer) gekozen voor het laatste. Dat betekent vergroten van de verantwoordelijkheden van de aannemer en het grotendeels afschaffen van het gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht. De aannemers worden verplicht om een risico-inventarisatie uit te voeren voor de start van het werk. Een onafhankelijke kwaliteitsborger ziet toe op het realiseren van de eisen van het bouwbesluit. De gemeente blijft verantwoordelijk voor de toets aan publieke belangen (bestemmingsplan, welstand), maar de eisen van het Bouwbesluit vallen daar dus niet meer onder. De gemeentelijke toezichthouder verschijnt niet meer op de bouwplaats (behalve voor monumentenzorg).
Monumentenzorg
Monumentenzorg blijft een aparte plaats houden in de wetgeving. Het pleidooi om monumenten geheel uit te zonderen van de nieuwe wet heeft het niet volledig gehaald: monumenten vallen net zoals ieder bouwwerk straks onder de nieuwe wet. De Tweede Kamer heeft wel 2 moties (motie 20 De Vries en motie 23 Ronnes) aangenomen die tot strekking hebben om Rijksmonumenten in eerste instantie buiten de werking van de wet te houden. Het Kabinet heeft nog niet aangegeven of en hoe de moties worden uitgevoerd.
De zorg voor cultuurhistorische waarden blijft so wie so een overheidstaak. Dat betekent in de nieuwe situatie de private kwaliteitsborger (toezicht op de eisen van het Bouwbesluit) en de gemeentelijke toezichthouder (toezicht op de belangen van de voor monumentenzorg) hun werkzaamheden zullen moeten afstemmen. In de wetgeving wordt daarom opgenomen dat de gemeente op diverse momenten geïnformeerd moet worden als er sprake is van een monument.
Richtlijnen actualiseren aan nieuwe wetgeving
Omdat het stelsel van private kwaliteitsborging (Bouwbesluit) en publieke borging (cultuurhistorische waarden / monumentenzorg) tegelijk op één werk zullen gelden, is het van belang dat ERM-documenten de onderwerpen van de Wkb ook beschrijft voor monumentenzorg. Anders ontstaan ongewenste tegenstrijdigheden en misverstanden. Kern van de Wkb is 'Risico's identificeren en managen' en 'conformiteit verklaren' (tot uiting komend in documenteren bij oplevering). In de richtlijnen (Beoordelingsrichtlijnen en uitvoeringsrichtlijnen) van ERM zijn deze elementen in beginsel al aanwezig. In 2017 en 2018 zal ERM de richtlijnen systematisch doornemen en waar nodig aanpassen aan de nieuwe wet zodat private partijen en monumentenzorgers elkaar blijven begrijpen en kunnen samenwerken.
Omgevingswet
De Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen is een wijzigingswet. Het voorziet nu in een wijziging van de Woningwet en het Bouwbesluit. Omdat ook de Woningwet opgaat in de Omgevingswet zal het nieuwe regime straks onderdeel zijn van de Omgevingswet en het Besluit Bouwwerken leefomgeving (BBL). De verhoogde aansprakelijkheid van aannemers is vooral gericht op consumenten en wordt opgenomen in het Burgerlijk Wetboek.