Historie moet je aan de man brengen

Bron: Dagblad de Limburger
Door: Peter Janssen

Wat Venlo doet om zijn historische identiteit terug te krijgen en te behouden De gemeente Venlo is genomineerd voor de BNG-Erfgoedprijs. Is Venlo dan zo goed met zijn erfgoed omgesprongen? Een gesprek met drie betrokkenen.

Het Kantongerecht aan het Nolensplein, de Prins van Oranje aan de Kaldenkerkerweg, Tivoli in Blerick: een paar voorbeelden uit een lange rij van markante panden die verdwenen zijn. Waarom komt de gemeente Venlo in aanmerking voor een erfgoedprijs? Cultuurwethouder Jos Teeuwen: „We zijn benaderd door de Erfgoedvereniging Heemschut, die zich inzet voor het behoud van cultuurmonumenten. Doe vooral mee, was de boodschap.”

Roy Denessen, beleidsadviseur monumenten bij de gemeente: „Het gaat erom hoe je de mensen bij het erfgoed kunt betrekken. Hoe kun je het brede verhaal van je eigen cultuurhistorie aan de man brengen? De website die we daarvoor hebben is een hit. We proberen zo veel mogelijk van Venlo’s verleden zichtbaar te maken. In de wijk Q4 doen we dat met middeleeuwse kelders en stukken stadsmuur.”

Stadsarcheoloog Maarten Dolmans: „In Q4 komen ook typische Venlose dubbelpanden, een kenmerkende bouwwijze uit de middeleeuwen. Dit soort bebouwing vind je nergens in Nederland, alleen Venlo had ze. We maken ze moderner, maar er is wel die link naar het verleden.” Teeuwen: „We proberen de inwoners weer gevoel voor de historie van de stad te geven. En natuurlijk de mensen die zich hier willen vestigen. We willen Venlo weer een eigen, authentiek gezicht geven.” Denessen: „We zijn al bezig met bestaande panden in de binnenstad. De oude steegjes en hofjes. De oude kelders.”

Maar waarom is er eerder zo veel tegen de vlakte gegaan? Denessen: „Dat is tot laat in de jaren tachtig gebeurd, ja. Vaak te goeder trouw. Uit onwetendheid. Maar ook omdat er geen draagvlak was voor hergebruik. Je kunt een pand wel bewaren, maar dan moet iemand er een functie voor hebben.” Hij doelt onder meer op panden als de oude Rijks-hbs, die door woningstichting Woonwenz zijn gerestaureerd en bestemd voor bewoning.

Pas in de jaren negentig is volgens Denessen bij gemeenten het bewustzijn gekomen dat je de identiteit van je stad moet bewaken. „Langzaamaan gingen steden beseffen dat een eigen identiteit en een onderscheidend karakter een economische meerwaarde hebben. De mensen zijn mobiel: als een stad zich niet onderscheidt, gaan ze ergens anders winkelen.” Bij panden in de binnenstad zie je steeds meer dat ondernemers historische elementen herstellen of zichbaar maken, zegt Denessen. „En ze zeggen dat hun klanten dat waarderen.” Zie ook www.cultuurhistorie.venlo.nl