Grondradar zoekt naar Via Belgica

VALKENBURG – Archeologe Karen Jeneson van de Vrije Universteit Amsterdam krijgt nog dit jaar opdracht om in Zuid-Limburg met moderne technieken te gaan zoeken naar het tracé van de Via Belgica.

Archeologe Karen Jeneson gebruikt scanner om grindpakket te lokaliseren


Bron: Limburgs Dagblad
Door: René Willems



Waarschijnlijk gebruikt ze daarbij een grondradar: een scanner die het grindpakket van de Romeinse weg kan traceren. „Het probleem is dat die grondradar in lössgrond niet goed werkt”, legt Jeneson uit. „Er is echter een nieuw type op de markt dat wellicht wel functioneert. We proberen dat systeem eerst uit. Slaagt die proef, dan gaan we zoeken naar die weg.”


Gisteren is Jeneson met een vliegtuigje over Zuid-Limburg gevlogen om het landschap vanuit de lucht te verkennen, samen met Anke Stoker van de Rijksuniversiteit Groningen. Vanuit de lucht bekijken ze waar de Via Belgica logischerwijze gelopen zou kunnen hebben. Die plekken worden later op de grond verder onderzocht.


De Via Belgica is een van de drie projecten die de provincie uitwerkt om de eigen identiteit van Limburg te accentueren. De weg verbond in de Romeinse tijd de streek rond Tongeren met de vesting Keulen. „Het is een stukje gezamenlijke geschiedenis van Zuid-Limburg”, zegt Paul Schokker van de provincie.


Hoe die Romeinse weg precies liep, is nog steeds niet duidelijk. In Maastricht en Heerlen is het tracé grotendeels bekend, maar op het platteland blijft het vooralsnog gissen. In Houthem en Voerendaal zijn fundamenten van de oude Romeinse weg ontdekt. Door die plekken met elkaar te verbinden is een mogelijk tracé gereconstrueerd. „Maar het kan best zijn dat de Romeinse weg in werkelijkheid meer naar het noorden of iets zuidelijker liep”, aldus Schokker.

Nader onderzoek moet op dat punt meer zekerheid verschaffen. „Als je beweert dat hier ooit een Romeinse weg liep, moet je natuurlijk wél weten waar die precies lag”, vertelt hij.


Samen met de gemeenten wil de provincie het tracé van de Via Belgica zichtbaar maken. Op korte termijn komt er een systeem waarbij wandelaars of fietsers via hun gsm informatie krijgen over de plek waar ze zich op dat moment bevinden. „Op die manier hoef je niet overal informatieborden neer te zetten”, legt Schokker uit. Daarnaast komen er op diverse plaatsen fysieke objecten die verwijzen naar de Romeinse tijd. De deelnemende gemeenten – Maastricht, Meerssen, Valkenburg aan de Geul, Voerendaal, Heerlen en Landgraaf- werken – werken daar zelf concrete plannen voor uit.


In Duitsland zijn de gemeenten op dat punt al een stap verder. Baesweiler heeft onlangs op de voormalige mijnsteenberg in het Carl Alexanderpark een nieuw uitkijk-punt gerealiseerd. Vanaf die bergtop hebben bezoekers vrij zicht op het dal waar ooit de Via Belgica heeft gelopen.


De ijver van de Duitsers stelt de provincie en de gemeenten in Limburg enigszins voor het blok. Het is de bedoeling dat de verwijzingen naar het Romeins verleden in één stijl worden uitgevoerd, zodat de samenhang duidelijk is. Doordat de Duitsers al begonnen zijn, moeten zij die vormgeving volgen.