Geofysisch onderzoek toepasbaar voor elk bodemtype
Het in opdracht van de RCE uitgevoerde onderzoek Meten of vergeten, Een inhoudelijke evaluatie van de toepassing van geofysisch onderzoek tijdens archeologische prospectie van landbodems meldt dat geofysisch onderzoek voor archeologische doeleinden in Nederland, in vergelijking met omringende landen, relatief weinig wordt toegepast.
‘Dit komt mede door de wisselende resultaten (als gevolg van een complexe ondergrond) en gelimiteerde kennis over de (on)mogelijkheden van de technieken’, aldus de onderzoekers. ‘Daarnaast is geofysisch onderzoek in Nederland vaak niet een stap in het archeologisch onderzoeksproces, maar wordt het vooral losstaand (in combinatie met boringen) uitgevoerd op locaties waar geen gravend onderzoek kan (of mag) plaatsvinden’.
Na bestudering van tien casussen waar, op verschillende locaties in Nederland, geofysisch onderzoek juist wel werd opgevolgd door proefsleuvenonderzoek, een archeologische opgraving of een archeologische begeleiding, en aangevuld met interviews, concluderen de onderzoekers dat geofysisch onderzoek in Nederland, in principe, op elk bodemtype toe te passen is.
In het CCvD werd daarbij aangetekend dat in het onderzoek naar verhouding minder aandacht was besteed aan onderzoek op zandgronden. Algemene instemming was er met de conclusie ‘dat geofysisch onderzoek geen duidelijke plaats heeft binnen de huidige cyclus van de archeologische monumentenzorg en vaak als overbodig of onnodig kostenverhogend wordt gezien. Echter, een goede integratie van het geofysisch onderzoek in het archeologisch proces biedt kansen om aanvullende informatie te verkrijgen over de geologie en (on)bekende vindplaatsen om gerichter gravend onderzoek uit te voeren’.
De uitkomsten van het onderzoek zijn in een rondetafelgesprek dat SIKB en RCE samen organiseerden doorgesproken. Dit krijgt op 12 juli aanstaande een vervolg. Verwacht wordt dat dit zal resulteren in een advies aan het CCvD om de KNA op onderdelen aan te passen, zodat geofysisch onderzoek beter inpasbaar wordt. Bij de bespreking in het CCvD werd naar voren gebracht dat een dergelijk onderzoek eigenlijk ook gewenst is voor waterbodems; de RCE zal dit meenemen voor het vervolg.