Fossa Eugeniana, onvoltooide droom

Onder de titel ‘Fossa Eugeniana, lint in het landschap’ wordt van 24 augustus tot en met 5 oktober in het Franz Pfanner Huis in Arcen een tentoonstelling gehouden die de geschiedenis en achtergronden van dit in 1626 door de Spanjaarden gegraven kanaal tussen Rheinberg (Dld) en Venlo weergeeft.

Bron: Zondagsnieuws Venray 13
Door Rob Stikkelbroeck



Het zat Isabella Clara Eugenia niet mee. Direct na het Twaalfjarig Bestand, de rustpauze in de Tachtigjarige Oorlog tussen het Spaanse Koninkrijk en De Nederlanden, brak de hel weer los. De Zuidelijke Nederlanden kwamen weer onder direct Spaans bestuur, iets wat de Noordelijke Republiek der Nederlanden ertoe dwong de wapens weer op te pakken. Landvoogdes Isabella, die populair was in de Zuidelijke gewesten, werd veel van haar bevoegdheden ontnomen. De strijd laaide op maar voor de Spanjaarden was het al duidelijk dat de Noordelijke opstandelingen niet met militaire middelen verslagen konden worden.
De noordelijke bloeiende economie (door met name de VOC) moest een slag toegebracht worden. Een ingenieus plan werd al tijdens het Twaalfjarige bestand gepresenteerd. Een kanaal van de Rijn bij het Duitse Rheinberg tot aan de Maas in Venlo. Daarmee zouden de Noordzeehavens Amsterdam en Rotterdam geen rol van betekenis meer spelen.

Gewaagd
Een gewaagd plan, zeker voor die tijd. Het kanaal zou 48 kilometer lang worden en zou de Rijn met de Maas verbinden. De scheepvaart zou zo via Antwerpen (in Spaanse handen) het Europese achterland kunnen bereiken. Beschermd door 24 fortificaties zou het kanaal tegelijkertijd als extra verdedigingslinie kunnen fungeren. Voor de regio zelf was dit kanaal belangrijk vanwege de handel die erover gedreven werd. Oorspronkelijk zou het kanaal bij Arcen in de Maas uitmonden. Maar de Venlonaren wisten de Spanjaarden te overtuigen om het kanaal tot Venlo door te trekken. En zo geschiedde.
Duizenden arbeiders werden geworven in de arme boerengebieden van Noord-Limburg en het aangrenzende (tegenwoordig) Duitse gedeelte van het Overkwartier van Gelre. Op 21 september 1626 ging de eerste spade de grond in. Binnen een jaar moest het kanaal tussen de rivieren (48 kilometer lange en 4,30 meter breed) gegraven zijn. Al gauw waren 8000 arbeiders aan de slag met het Spaanse prestigeobject. Het kreeg de naam van de populaire landvoogdes Isabella Clara Eugenia en werd zo in de volksmond omgedoopt tot Fossa Eugeniana.

Sage
De aanleg van de Fossa Eugeniana onder het Spaanse bewind spreekt heden ten dage nog steeds tot de verbeelding. Niet in de laatste plaats door de sage van Hazepoot (Hazepuëtje in het dialect). Deze wrede Spanjaard had de leiding over de graafwerkzaamheden en was al net zo corrupt als de strenge opzichter die de werknemers maar wat graag achter de vodden zat. Hazepoot, een onooglijke man met een woeste rode baard en een krom been, werd spottend zo genoemd naar het grootste fort langs de Fossa bij Arcen. Hazepoot ging over het loon van de arbeiders. Die werkten hard en lieten het kagen achterwege. Het beetje geld dat ze verdienden was altijd nog beter dan ontslag. Maar op een dag kwam het loon helemaal niet. Hazepoot en zijn opzichter waren verdwenen met het geld dat bestemd was voor de arbeiders. De vloek was nog niet uitgesproken of de donker geworden hemel spreidde zich open. Daar zagen de arbeiders hoog in de lucht door wolken een wagen, getrokken door twee vurige geiten. Met daarin een geketende man, zijn lichaam omringd door vlammen. Het verhaal gaat dat Hazepoot nog steeds spookt in de bossen bij het fort in het buurtschap Lingsfort bij Arcen.

Problemen
Met het Spaanse kanaal liep het trouwens ook minder goed af. Hoewel in het gedeelte tussen Rheinberg en Geldern al in november 1626 water stroomde en de forten al waren gebouwd. Het tweede gedeelte ging echter door moeilijk te bewerken terrein, van het hoogterras van het Rheinland naar het lager gelegen Maasdal. Daarnaast voerden de Staatse troepen herhaaldelijk overvallen uit dop diverse forten en maakten deze met de grond gelijk.
Belangrijk nog was dat het Spaanse Rijk in grote financiële moeilijkheden was geraakt. Toen ook nog eens in 1628 de Zilvervloot werd geplunderd, was het verhaal van het kanaal al gauw ten einde. Er werd nog onregelmatig doorgewerkt, maar in 1629 kwam het project toch echt onvoltooid tot een einde. Toen stadhouder Frederik Hendrik in datzelfde jaar ’s-Hertogenbosch innam en zodoende de Maas in handen kreeg, was het economisch effect van het kanaal verdwene. De inname van Venlo in 1632 en Rheinberg een jaar later, maakte definitief een eind aan de Fossa Eugeniana.

Tentoonstelling
De stichtingen IKL en Limburgs Landschap hebben onlangs het kanaal en de bastions van Fort Hazepoot weer zichtbaar gemaakt. Dit was voor het Franz Pfanner Huis de aanleiding om aan de geschiedenis van dit historisch monument een thematentoonstelling te wijden. De officiële opening van de tentoonstelling is op zondag 24 augustus om 15.00 uur en zal worden verricht door de burgemeesters van Arcen en Velden, Venlo, Geldern en Straelen. Door Henri Smeets, mede-auteur van het in 1979 uitgegeven boek die Fossa Eugeniana, zal een inleiding worden gehouden over het onderwerp terwijl de presentatie van de middag in handen is van Bas van der Zwaan. De expositie is iedere zaterdag en zondag te bezichtigen van 13.00 tot 17.00 uur en is vrij toegankelijk.