Fort in Blerick is goudmijn
Unieke kans benutten om economische redenen, maar ook omdat geschiedenis leuk is
Bron: Dagblad de Limburger
Door: Frans Pollux
Een studentenleven bruist, bijna per definitie. Maar dieptepunten van saaiheid tijdens mijn eigen studie geschiedenis waren de hoorcolleges historiografie. Die gingen over de geschiedenis van de geschiedenis. Althans, dat was de smoes. De eigenlijke reden voor al die uren in muffe collegezalen was een panische zoektocht naar de rechtvaardiging van onze werkzaamheden: wat is eigenlijk het nut van geschiedenis? Daar hadden alle grote historici uit het verleden zich het hoofd over gebroken. Ze werden, van Livius via Nietzsche tot Romein, geconfronteerd met onbegrip. Om ons hiertegen te wapenen werden we onderworpen aan colleges historiografie. Ik ben vaak genoeg wakker gebleven om te weten hoe lastig nut te beargumenteren valt. Niet dat ik dat erg vond: ik studeerde geschiedenis omdat ik het leuk vond.
Leuk. Kom daar maar eens mee aan in een fundamenteel debat. Toch vind ik het werkelijk een legitieme reden. Geschiedschrijving is leuk. Leerzaam ook, maar juist daarom leuk. Het laat je even ontsnappen aan de werkelijkheid (leuk) terwijl het tegelijkertijd het ontstaan van die werkelijkheid tracht te verklaren (ook leuk). Dat ik met mijn argumentatiemodel nooit de Utrechtse scriptieprijs heb gewonnen, moge duidelijk zijn. Iets wordt in de regel pas als nuttig ervaren als het geld oplevert. Onzin natuurlijk, want wat doe je uiteindelijk met geld? Leuke dingen. Door onze aangeboren fixatie op economische factoren komt geschiedenis in het gedrang. En het vakgebied waar dat het pijnlijkst duidelijk wordt, is de archeologie. Een mooi voorbeeld is het kazerneterrein in Blerick. VVV-Venlo wil er een nieuw stadion bouwen. Politiek en supporters zijn enthousiast. Financiers niet, maar bij dit soort projecten roep je gewoon al heel vroeg: „We kunnen niet meer terug” en voor je het weet, staat de nieuwbouw er.
Nu zijn er onder de grond historische sporen aangetroffen, en dat is een eufemisme. Er zit zo’n beetje een compleet zeventiende-eeuws fort vlak onder het maaiveld. Honderden meters lange muren van vijf meter hoog uit 1644 die nagenoeg intact zijn. Uniek, noemen archeologen het, en in dit geval terecht. Blerick is de enige plaats in de wereld met zo’n gaaf Spaans fort. Er zijn steden waar ze met minder bijzondere bouwwerken honderdduizenden dagjesmensen trekken. Maar maak dat maar eens hard. De archeoloog zou een bedrijfsplan voor de exploitatie moeten schrijven, inclusief marktonderzoek, om overtuigend te kunnen aantonen wat iedereen aanvoelt: zo’n Blericks fort trekt bekijks. Er valt aan te verdienen.
Een marktonderzoek komt er nooit, dus wat meestal overblijft, is een scherpe alinea in het archeologisch onderzoeksrapport. In het Blerickse geval: dit fort is van internationaal belang en het mag niet verloren gaan. Aanbevolen wordt om bij de bouw niet dieper dan dertig centimeter te graven. Ondenkbaar natuurlijk, want er staan zoals dat heet economische belangen op het spel. Ontken het maar eens. Lukt niet. Er staan namelijk altijd overal economische belangen op het spel. Zelfs bij VVV. En een belang is tegenwoordig pas maatschappelijk als het geld oplevert.
Het Plan Lijnstad (de gekozen bouwkundige visie rond de stadionplannen) lijkt funest voor het uitzonderlijke fort, zegt ook de stichting Menno van Coehoorn, die opkomt voor dit soort vondsten. En net als de archeologen probeert de stichting nu economische argumenten te gebruiken: ‘toeristische trekpleister’, ‘goed voor Limburgse economie’. Daar lijken politici gevoelig voor. Luister maar naar de wethouder van Maasgouw, die de nagebouwde vestingwerken van Stevensweert opende: „Het complete product Stevensweert is hierdoor vervolmaakt.”Welnu – in Blerick hoef je niets na te bouwen. Er ligt een imposant zeventiende-eeuws fort onder dertig centimeter zand: een historische en economische goudmijn, en we krijgen maar één kans om die te exploiteren: nu. Het vergt bestuurders die over hun vaste referentiekaders en het bouwen aan persoonlijke faam heen stappen. Het vergt een gemeenteraad die niet klakkeloos volgt wat projectontwikkelaars willen en ook niet blijft steken in vage beloftes. Een flink stuk fort blootleggen en openstellen voor publiek, dát moet er gebeuren.
Waarom? Tja, daar is de lastige, fundamentele vraag. Het archeologisch rapport zoekt het dapper in economische argumenten en gunstige effecten op de trots van inwoners. Wat ik in het rapport echter mis, is de belangrijkste reden voor conservering: omdat het leuk is. Iets wordt in de regel pas als nuttig ervaren
als het geld oplevert Een flink stuk fort blootleggen en openstellen, dat moet er gebeuren
Frans Pollux uit Venlo is schrijver en programmamaker bij L1