De grafheuvels op de Boshoverheide te Weert
Er is nu een compleet overzicht van de 375 grafheuvels op het grootste urnenveld van Nederland, de Boshoverheide. De informatie komt van ‘vergeten opgravingen’. Zo kan er nog beter voor de heuvels gezorgd worden.
Prehistorisch overzicht
Bron: Rijksdienst voor het cultureel erfgoed 3 zomer 2011
Door: Liesbeth Theunissen & Mieke Hissel
De Boshoverheide is een bijzonder gebied. Er stuift stuifzand, er groeien zeldzame korstmossen en ooit lagen er meer dan
duizend grafheuvels. De heide ligt in Limburg, op de grens met Noord-Brabant, bijna in België, vlak bij Weert. Op kaart en luchtfoto lijkt de Boshoverheide ingeklemd tussen een recreatiepark en industrieterreinen, maar toch ademt het gebied
een mystieke sfeer uit lang vervlogen tijden. Tussen 1000 en 500 voor Christus begroeven prehistorische boeren hun doden onder heuvels van plaggen. In vijf eeuwen groeide het grafveld hier uit tot een uitgestrekt landschap vol grafheuvels. Het
trok in de negentiende eeuw de belangstelling van oudheidkundigen en andere urnendelvers. Vandaag de dag zijn de uitgestrekte stuifzanden met grove dennen en grafheuvels een geliefd gebied voor wandelaars en fietsers.
Blootgestoven
Sinds eind vorig jaar wordt er onderzoek gedaan naar de grafheuvels van de Boshoverheide, het grootste urnenveld van Nederland. Dit in het kader van het zogeheten Odyssee-programma van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk
Onderzoek, waarin 32 ‘vergeten opgravingen’ alsnog worden uitgewerkt. Het onderzoek naar de Boshoverheide is een samenwerkingsverband van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed met de Universiteit van Amsterdam en het archeologische bedrijf Malta Ink.
De onderzoeksgeschiedenis naar het urnenveld start in 1968, met de eerste opgraving. In dat jaar stoven op het militaire oefenterrein dat de Boshoverheide toen nog was kringgreppels, scherven en crematieresten bloot. De Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, een voorganger van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, reageerde snel.
De sporen werden onderzocht, het gebied werd wettelijk beschermd en de militairen verplaatsten hun oefeningen naar het noordwesten.
Tussen 1983 en 1994 kregen archeologiestudenten van de Universiteit van Amsterdam er hun eerste graaflessen en ruim 140 heuvels werden gerestaureerd. Niet alleen zijn tijdens de veldcursussen voor de studenten nog vele monumenten en bijzettingen
onderzocht, ook is een veelheid aan onderzoeksmethoden toegepast. Zo zijn heuvels gedetecteerd door middel van intensieve waterpasmetingen, weerstandmetingen en luchtfotografie. De afgelopen jaren is er dan ook veel informatie verzameld, en zijn er artikelen en scripties geschreven, maar tot een compleet overzicht kwam het nooit. Tot nu.
Praktische adviezen
Na zeven maanden heeft Malta Ink, samen met de Rijksdienst, de eerste versie van een overzicht van de grafheuvels klaar. Ruim 375 heuvels staan nu in een geografisch informatiesysteem vermeld. De daaraan gekoppelde gegevensbank is gevuld met
gegevens over de heuvels en bijbehorende bijzettingen. Naast de kenmerken van de graven brengen we met deze gegevensbank ook de onderzoekspotentie van groepen materialen in kaart. Eenmaal definitief – komend najaar – zal het digitale
overzicht ook gebruikt worden als basis voor een erfgoedkaart op maat. Met concrete, praktische adviezen kan terreinbeheerder Defensie nog beter zorg dragen voor het grafveld. Ook de mogelijkheden voor een grafheuvellayer met informatie voor
mobiele telefoons worden verkend. Zo komt in het stuifzandlandschap van nu het grafritueel van toen tot leven.
Liesbeth Theunissen is senior onderzoeker pleistoceen senior onderzoeker pleistoceen late prehistorie bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, l.theunissen@cultureelerfgoed.nl en Mieke Hissel is uitvoerder bij Malta Ink, info@malta-ink.nl.