‘Blij verrast en zeer vereerd met prestigieuze prijs’
De Zilveren Anjer voor cultureel vrijwilligerswerk is uitgereikt aan twee Limburgers: Hein van der Bruggen uit Roermond en Gerrit Hansendonckx uit Kinrooi
door Henk Schroen en Hans Straus
Dertig jaar bestaat de archeologie-werkgroep Philips van Horne. Grote animator is ‘Anjerdrager’ Gerrit Hasendonckx, docent aan de gelijknamige school in Weert. De mooiste herinnering uit drie decennia? Gerrit Hasendonckx (56) kan moeilijk kiezen. Was het die oprgraving in Matagne in Wallonië, waar dertien meter diep een dubbel Romeins tempelcomplex uit de grond werd gehaald en waar veel van die vondsten nu in een speciaal museum pronken? In archeologisch opzicht waarschijnlijk wel.
Maar ‘sociaal’ was het hoogtepunt wellicht de opgraving in het eveneens Belgische Tienen, waar maar liefst 120 Weertenaren de bodem uitkamden. Leerlingen én oud-leerlingen. “Dan kreeg ik weleens de vraag hoe ik in hemelsnaam zoveel mensen op de been bracht”, klinkt het met gepaste trots. Inmiddels hebben duizend (oud-)Weertenaren tussen zeventien en vijftig jaar in de loop der jaren hun steentje bijgerdragen. Want wie eenmaal met het archeologische virus door Hasendonckx besmet is geraakt komt daar niet zo snel vanaf.
De lijst opgravingen in de loop van de dertig jaar telt zeventig plaatsen. Niet zomaar wat scheppen in de grond maar wetenschappelijk verantwoord opgraven, veelal onder supervisie van de Belgische professor Guy de Boe, een vriend van Hasendonckx. “We hebben het geluk gehad altijd op dé plekken in archeologisch Vlaanderen aan de slag te kunnen.”
Advocaat, hobby-historicus en schrijver Hein van der Bruggen (Maasniel, 1949) is ‘blij verrast en zeer vereerd’ met de Zilveren Anjer die koningin Beatrix hem gisteren heeft verleend namens het Prins Bernhard Cultuurfonds. Verguld is Van der Bruggen met het feit dat hij volgens eigen historisch onderzoek de eerste Roermondenaar is die de erkenning krijgt. “Er hebben sinds 1950 zo’n 200 mensen een Zilveren Anjer gekregen. Daar zit volgens mij geen enkele Roermondenaar bij.”
Van der Bruggen is voorgerdragen voor de prijs door bestuursleden van het Prins Bernhard Cultuurfonds afdeling Limburg. Met 32 jaar geschiedschrijving voor en bestuursfuncties bij het Roermonds cultuurhistorisch genootschap Rura en bestuursfuncties bij het Sociaal Historisch Centrum Limburg en de Stichting Maaslandse Monografiën misschien geen verrassing.
Maar achter deze toch wat droge opsomming gaat een passie voor historisch speurwerk schuil die niet echt voor de hand ligt bij een advocaat. “Ik heb in Leiden gestudeerd en wilde rechten en geschiedenis met elkaar combineren. Dat is door de verlokkingen van het studentenleven niet gelukt. Uiteindelijk heb ik gekozen voor de advocatuur omdat mijn vader ook in het vak zat.”
Bron: Dagblad de Limburger
Zie ook andere artikel