Bestuurlijke afspraken restauratie rijksmonumenten en ruimtelijk beleid voor erfgoed
Op basis van de uitgangspunten van de Beleidsbrief modernisering monumentenzorg en de Visie erfgoed en ruimte hebben provincies en Rijk de wens geuit samen te willen werken aan een effectieve, efficiënte en duurzame erfgoedzorg. De partijen streven daarbij een aantal doelen na: versterking van de historische factor in het ruimtelijk beleid, vereenvoudiging van regelgeving, vermindering van lasten voor de eigenaar, gerichte stimulering van herbestemming en kwalitatief goede restauratieprocessen.
Eindrapportage evaluatieonderzoek
Belangrijke reden om meer taken op het provinciaal niveau te beleggen, is dat de provincie haar kerntaken en wettelijke bevoegdheden heeft in het domein van de ruimtelijke ordening en het omgevingsbeleid. De provincie speelt op het gebied van haar kerntaken een verbindende rol en kan fungeren als gebiedsregisseur, in samenspraak met gemeenten en andere partijen. In het verlengde daarvan kan de provincie restauratiemiddelen toekennen, op een wijze die aansluit bij het omgevingsbeleid. Daarmee is in een pilot in 2009, in het kader van stimuleren van de werkgelegenheid, ervaring opgedaan. De positieve ervaring met deze pilot was mede reden om de verantwoordelijkheid voor de verdeling en prioritering van de reguliere restauratiesubsidie voor rijksmonumenten bij de provincies te leggen en te verbinden aan het ruimtelijk beleid voor erfgoed.
Daartoe hebben het Interprovinciaal Overleg (IPO) en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) op 5 maart 2012 bestuurlijke afspraken ondertekend over de restauratie van rijksmonumenten en het ruimtelijk beleid voor het erfgoed. Afgesproken is dat de provincies de reguliere restauratiemiddelen verdelen. De provincies prioriteren en stellen de hoogte van de subsidies vast. Zij genereren als gebiedsregisseur geldstromen van publieke en private partijen in de regio voor de restauratie van rijksmonumenten. Afgesproken werd dat de gemaakte afspraken in 2014 in opdracht van IPO en OCW zouden worden geëvalueerd.