Architectuur net zo belangrijk voor geluksgevoel als groene omgeving

Het is altijd aardig als iets wat je al jaren vindt, erkenning krijgt. Weinig dingen zijn zo belangrijk als de kwaliteit van je leefomgeving, de plek waar je iedere dag wandelt, fietst, je boodschappen doet en ga maar door. Dat architectuur zeker zo sterk beleefd wordt als natuur, is onlangs weer gebleken uit onderzoek van een Engelse universiteit.

Bij cultuurparticipatie speelt een soortgelijke situatie: sociologisch onderzoek uit de jaren tachtig gaf al aan dat architectuur de meest laagdrempelige cultuuruiting is. Met erfgoedbeheer kun je daar dus prachtig op inspelen.

Dit was een van de drijfveren van het Planologisch Erfgoedregime (PER©), waarmee ik vanaf 2000 bezig ben geweest. In 2005 kreeg ik de kans om het in de praktijk te brengen. Dat was in de gemeente Maastricht, in hechte samenwerking met ruimtelijke ordening en monumentenzorg. Vervolgens mocht ik het doorontwikkelen voor de gemeente Eindhoven en kreeg het tot mijn verrassing lof in MoMo, de beleidsbrief van de rijksoverheid over de modernisering van de monumentenzorg (2009). Inmiddels heeft het systeem alle jurisprudentieperikelen overleefd, ondanks een heel leger aan onheilsprofeten. Wat heb ik een broodjes aap langs zien komen! Maar dat is geweest. Toch zal het nog wel even duren voordat de traditionele, objectgerichte monumentenlijst door zijn planologische tegenhanger is vervangen. 

Het waterstaatsstationnetje in Echt, dat ik in de jaren 1980 heb helpen redden als secretaris van het Cuypersgenootschap, samen met Heemschut, is een baken voor de omgeving. Inmiddels is het een rijksmonument (BvHH 2015).

 

Bron: Nieuwsbrief/Door: Bernadette van Hellenberg Hubar