Oude Stramproyenaren ook al verzot op wijn

Archeologen vinden resten van schuurtjes uit IJzertijd en boerderijen uit Middeleeuwen en zeventiende eeuw

Door: Jan Hensels
Bron: Dagblad de Limburger

Archeoloog Jan van Renswoude van de Vrije Universiteit in Amsterdam laat enkele eeuwenoude glasscherven zien, gevonden tijdens de opgraving midden in Stramproy. Resten van een wijnfles uit de zeventiende eeuw gevonden nabij de overblijfselen van een boerderij uit die tijd. Curieus, zo’n tastbaar teken van het drinkgedrag van de voorvaderen van het dorp. Het brengt de historie van Stramproy tot leven. Dat geldt ook voor andere vondsten die de bodem prijsgaf. Een musketkogel bijvoorbeeld. Van Renswoude houdt de kogel in zijn hand.
“Gevonden met de metaaldetector. De kogel is misschien gebruikt tijdens de jacht”, zegt hij over het voorwerp zo groot als een knikker. De opgraving op de plek van het gesloopte gemeentehuis en omgeving trekt de nodige belangstelling van kijklustigen, bevestigt Van Renswoude. Soms levert dat ook waardevolle informatie voor de oudheidkundigen op. “Oude dorpelingen wisten te vertellen dat de boerderij uit de zeventiende eeuw waar je hier nog resten van de fundering van ziet, er nog tot in de jaren vijftig of zestig van de vorige eeuw heeft gestaan.”
Hij houdt even stil op de plek waar de voorgevel van de boerderij moet hebben gestaan. “Zie je die baan met lichter gekleurde grond. Daar heeft vroeger, evenwijdig aan de kerk, een weg gelopen. Dat was toch wel een verassing voor ons. Je kunt hier in de bodem nog iets van de karrensporen van de onverharde weg zien. Deze oude weg lag jarenlang goed verborgen onder de grond.” Medewerkers van de archeologische afdeling van de Vrije Universiteit in Amsterdam krijgen nu door de herinrichting van het centrum de gelegenheid om een stuk historie van Stramproy in kaart te brengen.
Het gewroet in de bodem van hartje Stramproy bracht ook aan het licht dat het dorpscentrum ook al een paar duizend jaar geleden een geliefde woonplaats was. Donkergekleurde rechthoeken in de grond verraden de aanwezigheid vroeger van drie graanschuurtjes uit vermoedelijk de Midden-IJzertijd. Van Renswoude meent dat die schuurtjes ofwel spiekers er ergens tussen de 2600 en 2000 jaar geleden hebben gestaan. “Die stonden op een verhoging om zo het graan tegen vocht en ongedierte te beschermen.”
De archeologen stuitten ook nog op een boerderij uit de dertiende eeuw. Op de plaatsen waar de balken in de grond stonden, steekt de aarde donkergekleurd af tegen de rest van de bodem. Het middeleeuwse gebouw had opmerkelijk genoeg de vorm van een boot. Een ontwerp dat de welstandscommissie misschien nu niet ongeschonden zou passeren.