Kerkenvisies: pilotgemeenten binnenkort van start

We kennen momenteel zo’n 5.600 kerkgebouwen in Nederland. Dertig tot tachtig procent daarvan dreigt, volgens de kerken zelf, de komende tien jaar te sluiten omdat ze steeds minder gebruikt worden. De onderhouds- en gebruikskosten zijn steeds moeilijker op te brengen. Willen we een groter deel van dit religieuze erfgoed voor de toekomst behouden, dan moeten er bewuste keuzes gemaakt worden over welke kerken in religieus gebruik blijven. Het belang van deze gebouwen en hun interieurs is groot, en de noodzaak tot handelen daarom ook. De Minister van OCW besloot daarom gemeenten begeleiding te bieden bij het opstellen van integrale kerkenvisies.

Op 5 juni j.l. werd een eerste informatiebijeenkomst over deze kerkenvisies gehouden. Elf gemeenten namen hieraan deel, waarvan er uiteindelijk zesals pilotgemeente binnen een leeromgeving een kerkenvisie op stellen. Binnenkort wordt bekend welke gemeenten dit zullen zijn.

Vanaf 2019 zullen o.a. deze visies een inspiratiebron zijn voor alle gemeenten in Nederland die samen met de eigenaren en burgers ook een kerkenvisie willen opstellen. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zal vanaf dat moment tot eind 2021 jaarlijks middelen beschikbaar stellen voor gemeenten om zo’n kerkenvisie op te stellen.

Wat is een kerkenvisie?

Wat houden deze kerkenvisies precies in? En wat betekenen ze op de lange termijn voor het behoud van religieus erfgoed? We vroegen het Ariane Limburg, beleidsadviseur op het Ministerie van OCW.

‘Het doel van de kerkenvisies is religieus erfgoed in stand te houden’, vertelt Limburg. ‘Hoe eerder er een nieuwe bestemming is gevonden voor de gebouwen in je gemeente, hoe beter je deze instandhouding kunt waarborgen.’ Onder begeleiding van een procesbegeleider wordt bepaald welke partijen betrokken zullen worden bij het opstellen van de visies. ‘Denk naast de gemeenten aan vastgoedontwikkelaars, kerkeigenaars, omwonenden, erfgoedspecialisten en erfgoedorganisaties. Iedere partij heeft belang bij een bepaalde kerk in de gemeente.’ Uiteindelijk gaat het erom dat partijen elkaar niet verrassen met ad-hoc beslissingen of slechts uitgaan van één belang.

‘Deze belangen moeten in kaart gebracht worden, waarna de partijen gezamenlijk keuzes gaan maken en oplossingen gaan zoeken voor de vraag wat er met het gebouw moet gebeuren.’ Een eerste stap daarbij is om te inventariseren welke religieuze gebouwen in elke gemeente leegstaan, of in de komende tijd leeg zullen komen te staan.

Totale kerkenbestand

Van iedere kerk wordt vervolgens gekeken wat de  cultuurhistorische waarde is, de onderhoudsstaat, de financiële situatie en de toekomstverwachting. Hier wordt een bestemmingplan naast gelegd: wat zijn de mogelijkheden voor een nieuwe bestemming? Limburg ziet dat zowel de gemeenten, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed als de kerkbesturen daarbij af en toe flexibel zullen moeten zijn, zodat ze mogelijkheden verruimen. Feitelijk moeten alle partijen aan tafel elkaar de ruimte geven om samen tot oplossingen te komen.

Iedere gemeente doorloopt het proces op zijn eigen manier, zegt Limburg. ‘Het is een stimuleringsmaatregel, we leggen gemeenten niets op. Hoewel we natuurlijk wel wat van ze verwachten.’ Veel gemeenten zijn enthousiast over de visies. ‘Sommige doen het op hun eigen manier, ze richten zich bijvoorbeeld nu al op monumentale kerken. Dat is prima. Onze beoogde kerkenvisie is echter wel breder: uiteindelijk zien we graag het plaatje van het totale kerkenbestand per gemeente. De middelen zijn dan ook voor de ontwikkeling van een dergelijke integrale kerkenvisie bedoeld.’

IJkpunt

Limburg vindt het interessant om te zien dat iedere gemeente tegen heel andere aspecten aanloopt als het gaat om de ontwikkeling van een kerkenvisie. ‘Een stad als Rotterdam zal het proces van de kerkenvisie heel anders doorlopen dan een plattelandsgemeente. Er zijn bijvoorbeeld ook kleine landelijke gemeenten die evenveel kerken hebben als Amsterdam, maar natuurlijk veel minder bewoners, toeristen of economische groei. Daardoor verschillen de opties enorm.’

Als Rijk bieden we begeleiding, aldus Limburg, ‘maar de visies blijven van de gemeente. Het is de bedoeling dat in de visies concrete principebesluiten worden opgenomen: welke kerken komen op de markt en hoe gaan we initiatiefnemers en ontwikkelaars hierover informeren? Mochten gemeenten vastlopen in het proces, dan bekijken wij op welke wijze er ondersteuning kan worden geboden. Daarvoor wordt ook gewerkt aan een ondersteunende kennisinfrastructuur.’

Limburg verwacht dat veel gemeenten in de komende jaren een kerkenvisie op zullen gaan stellen. Dat is erg belangrijk, vindt ze. ‘Het gaat om behoud van geschiedenis, een toekomst voor ons religieus erfgoed. Maar niet alleen cultuurhistorie is belangrijk, de gebouwen hebben ook een belangrijke sociale waarde. Voor veel mensen zijn ze het centrum, baken en ijkpunt van hun gemeente.’

Kijk hier voor de online brochure over Kerkenvisies

Bron: www.toekomstreligieuserfgoed.nl